LÉNÁRD  Fülöp  (Philipp Eduard Anton von Lenard)

Lénárd FülöpMedaille Nobelprijs NatuurkundeBiografie:

Geboren:
7 juni 1862 - Pressburg (thans Bratislava - Slowakije)
Als:
Lénárd Fülöp
Overleden:
20 mei 1947 - Messelhausen (Duitsland)

Nobelprijs 1905 Natuurkunde
(“voor zijn werk over kathodestralen").


Lénárd Fülöp werd op 7 juni 1862 geboren in Poszony (Pressburg) in Oostenrijk-Hongarije. Zijn familie was oorspronkelijk afkomstig van Tirol. Hij startte zijn studies in Bratislava en vervolgde die in Budapest, Wenen, Berlijn en Heidelberg, waar hij zijn doctoraat in de natuurwetenschappen behaalde. Hij was een student of medeleerling van Robert Wilhelm Bunsen (1811-1899), Herman Ludwig Ferdinand von Helmholtz (1821-1894), Loránd Eötvös (1848-1919) en Heinrich Hertz (1857-1894). Lénárd verbleef meestal in Duitsland en beschouwde zichzelf niet als een Hongaar. Hij zou ten andere zijn naam veranderen in Phillip von Lenard.
In 1905 werd hem, als eerste Hongaar, de Nobelprijs Natuurkunde toegekend "for his work related on cathode rays".
Vanaf 1982 werkte hij als docent en assistent van Professor Hertz aan de Universiteit van Bonn en in 1984 werd hij aangesteld tot Buitengewoon Professor aan de Universteit van Breslau. Professor in de Natuurwetenschappen werd hij in 1985 in Aix-la-Chapelle en Professor in de Theoretische Natuurwetenschappen in 1986 aan de Universiteit van Heidelberg. In 1898 werd hij aangesteld als Professor Ordinarius aan de Universiteit van Kiel.

Phillipp von Lenard slaagde er in 1892 in kathodestralen uit een vacuüm buis in de atmosfeer te brengen.

Phillipp von Lenard
slaagde er in 1892 in kathodestralen uit een vacuüm buis in de atmosfeer te brengen door het gebruik van bovenstaand apparaat.
Een dun aluminium folievenster "D" wordt vastgehouden door een koperen kapje "B". Een metalen cilinder "A" doet dienst als anode. De kathode is "C".

Zijn eerste werkzaamheden lagen op het terrein van de mechanica, waarbij hij een verhandeling publiceerde over de trilling van neergeslagen waterdruppels en aanverwanbte problemen. In 1894 zou hij ook nog de Principles of Mechanics publiceren. Maar al vlug raakte hij geïnteresseerd in de fenomenen "fosforescentie" en "luminescentie".
Reeds in 1888, wanneer hij in Heidelberg met Quincke samenwerkte, werkte Lénárd al aan kathodestralen. In 1892 werkte hij als assistent van Heinrich Hertz aan de Universiteit van Bonn, sprak hij deze aan over zijn onderzoek. Hertz, die het zelf te druk had, gaf zijn assistent raad en de toelating aan dat project verder te werken. Toen deed hij de grote ontdekking van het "Lenard Window", waarbij hij fenomeen gebruikt had, ontdekt door zijn leraar Hertz (kathodestralen door aluminiumfolie zonder dat luchtpartikels naar binnen konden komen). Lenard had opgemerkt dat de kathodestralen in de lucht een afstand konden afleggen van ongeveer 1 centimeter. Alhoewel Lenard eerst de theorie van Hertz volgde dat de kathodestralen zich verspreiden in de ether, herzag hij later dit gezichtspunt als gevolg van de resultaten van het werk van Jean Perrin in 1895, Sir J.J. Thomson in 1897 en W. Wien in 1897, die de corpusculaire aard van de kathodestralen bewezen.
Buste van Lénárd Fülöp.Later zou Lenard het werk van Hertz uitbreiden naar de foto-elektrische effecten. Philipp Lenard heeft de experimenten van Hertz op een betere manier herhaald. Hierbij liet hij licht schijnen op dunne metaalfolie. Er ontstonden dan kathodestralen die hij met behulp van een eenvoudig elektrisch circuit heeft onderzocht. Het verrassende resultaat was dat de energie van de kathodestralen niet afhangt van de intensiteit van het licht, dus van de vraag of je een zwak licht of een heel sterk licht op de metaalfolie laat schijnen. En er was nog meer. De energie van de kathodestralen hangt af van de frequentie van het licht. En als je licht van een te lage frequentie laat schijnen, dan ontstaan er helemaal geen kathodestralen. Het lijkt dus alsof er een bepaalde drempel bestaat. Onder die drempel ontstaan er geen kathodestralen. Boven die drempel ontstaan er wel kathodestralen en de energie ervan is onafhankelijk van hoe sterk het licht is.
Deze feiten waren in strijd met de gangbare theorie en werden niet uitgelegd tot 1905, wanneer Einstein zijn kwantumtheorie opstelde en de theorie ontwikkelde van het kwantum van licht of foton, die veel later geverifieerd werd door Millikan. Maar Lenard heeft Einstein nooit vergeven voor het op zijn naam zetten van de ontdekking van deze wet.

Postzegel uit Nicaragua van Lénárd Fülöp. Zweedse postzegel met o.a. Lénárd Fülöp.

In 1902 toonde Lenard aan dat een elektron een minimum aan energie moest bezitten voor het ionisatie kon produceren wanneer het door een gas heen ging. In 1903 publiceerde hij zijn conceptie van het atoom als een assemblage van wat hij "dynamides" noemde, die heel klein waren en door grote ruimtes van elkaar gescheiden werden; zij hadden een massa en werden verondersteld als elektrische dipolen verbonden door twee gelijke ladingen met verschillend teken en met een aantal gelijk aan de atomische massa. De solide materie in het atoom was, dacht hij, ongeveer een duizend miljoenste van het ganse atoom. Dit werk droeg veel bij aan Lorentz' elektrontheorie.
Lenard was een experimenteel genie, maar twijfelachtig als theoreticus. Sommige van zijn ontdekkingen waren van grote betekenis, andere waren zeer belangrijk, maar hij claimde er meer dan de reële waarde voor.
Niettegenstaande hij tal van onderscheidingen kreeg: eredoctoraten aan de Universiteiten van Christiana (nu Oslo) in 1911, Dresden in 1922 en Pressburg in 1924; de Franklin Medaille in 1905, het Arendschild van het Duitse Rijk in 1933 en werd verkozen tot Vrije Burger van Heidelberg in datzelfde jaar, geloofde hij dat hij miskend werd, wat waarschijnlijk verklaard waarom hij andere natuurkundigen in veel landen aanviel. Hij werd een overtuigd lid van Hitler's Nationaal Socialistische Partij en onderhield daar ongereserveerde aanhankelijkheid voor over. De partij reageerde daarop met hem Hoofd van de Arische en Germaanse Natuurkunde te maken.
Tussen zijn publicaties waren er meerdere boeken: Ueber Aether und Materie (tweede editie1911), Quantitatives über Kathodenstrahlen (1918), Ueber das Relativitätsprinzip (1918) en Grosse Naturforscher (tweede editie 1930).
Von Lenard, die gehuwd was met Katharina Schlehner, overleed op 20 mei 1947 in Messelhausen.